Na de ridders kwam de oudste kleuter met het tweede meest stereotiepe thema af: piraten. Ondertussen waren we een familie van zes en werd zodoende iedereen in een piratenoutfit (streepjesshirts en neplederen vestjes die de vader daags voordien in elkaar had gestoken) gekleed mét neptattoos, ooglapjes en zwarte tanden. De vetzakkerij op de tanden doet het nog steeds erg goed met Halloween.
De uitnodigingen werden met schatkaart als vanouds verkreukeld in de koffie gedoopt en snoepjes werden via flessenpost mee naar huis gegeven. Blijkbaar hadden we dat weekend ook de klaspop Miep mee in huis die we dan ook maar in een gepaste outfit staken (ja, wij gaan soms/meestal in overdrive).
We deden heel veel piratenspelletjes: water overdragen, op een loopplank wandelen, bootjes vouwen en zochten natuurlijk weer naar een schat. We schminkten de kindjes die dat wouden en aten afgehakte vingers in een broodje (oftewel hotdogs).
Ondanks of misschien net dankzij de vermoeidheid van een zes weken oude Bob in huis, ging de wederhelft volledig op in zijn rol als dwaze piraat. Mijn mondhoeken krullen, samen met mijn koortslip vandaag, nog steeds naar boven als ik die foto’s bekijk, net wat ik nodig heb nu de winter toch weer een beetje prikt.