De grote jongens gingen op kamp en wij bleven nog een paar dagen in de Ardennen met prachtig weer (zonder hittegolf), hadden BBQ’s, lazen een boek, gingen ijsjes eten om weer even naar huis terug te keren om de zakken te maken voor die andere twee die een paar dagen later zouden vertrekken.
Thuis, dat was maar één lange dag, waarin ik zakken maakte, naar de winkel ging, kleren waste, oprommelde… en dat alles terwijl er een heerlijke stoofpot in mijn nieuwe slowcooker stond te pruttelen. Ik was al langer gecharmeerd door een slowcooker maar vond die (in België) best prijzig maar toen we op een avond bij de vrienden in Wales een heerlijke stoofpot aten waar ik compleet lyrisch van werd, kreeg ik er prompt eentje kado, eentje met een UK-stekker dus, waardoor ik hem nog leuker vind denk ik. Ik geloof echt – enter beetje drama – dat ons leven hierdoor gaat veranderen op dagen dat ik lang moet werken en er ’s avonds weinig tijd en nog minder goesting is om te koken!
Ik bakte op diezelfde dag ook nog een massa cakejes, allemaal voor die KSA’ers op kamp. Ik ben daarmee gestart vier jaar geleden met het idee van ‘oh dat gaan ze leuk vinden ‘ en ben het blijven doen omdat ik weet dat ze het leuk vinden. Sinds ik hoorde dat mijn moemoe ook altijd taarten bakte om mee te geven op kamp, kan ik er ook niet meer mee stoppen. Tradities zijn er om in ere te houden en van cake wordt toch echt iedereen blijer?
Daags nadien dropten we dan ook de twee kleinsten af, allebei zo dol als een koe, maar niet allebei even welwillend om op de foto te gaan (zie bovenste foto voor bewijs). Voor die kleine Bob was het de allereerste keer én aangezien hij nog niet kan lezen of schrijven, gaf ik hem natuurlijk de kampkaartjes mee maar beplakte ik de voorgeschreven enveloppen ook met foto’s zodat hij heel goed weet naar wie hij kaartjes stuurt.
Na het afdroppen – ondertussen wel met hittegolf – trokken we de bossen in en deden een wandeling die de man als kind vanbuiten kende en waar ik heel erg bang voor gemaakt werd. Nu er eens geen kinderen bijwaren, leek het ideaal om hem bij wijze van prospectie eens te doen: ‘les echelles’ aka ‘de laddertjeswandeling’. Toffe krachtige wandeling, maar bijlange niet zo bangelijk of moeilijk als ik ooit gedacht had, de man wijt dat aan de update van de wandeling, zeker niet aan zijn eigen herinnering natuurlijk. Enkel voor Bob met de iets te korte beentjes zal de wandeling nog te moeilijk zijn denk ik, maar die andere drie gaan dat zeker kunnen (enkel mijn hart gaat het dan soms wel moeilijk hebben vermoedelijk).
Weer een paar dagen thuis, waarin de man en ik ’s avonds uit eten gingen, nieuwe adresjes uitprobeerden in Mechelen en overdag werkten (of toch een poging deden tot, ik kijk nu enkel naar mezelf). Ik ging op bezoek bij de oma en samen volgden we mijn eigen advies op van het bericht inspiratie voor kamppost, een bericht dat alleen al deze maand 15000 keer bekeken werd, wat toch echt ontzettend veel is voor zo een miniblog als de mijne, toch?
Met het weekend in het vooruitzicht trokken we terug naar de Ardennen en kregen we de groep van Tuur op tweedaagse. Als het kampterrein zo dicht tegen Paula ligt, zijn we weel heel erg graag van drenst. Doorweekt kwamen ze aan, schoenen aan het haardvuur, Netflix op, een deugddoende douche en een groot bord pasta later kropen ze – verspreid over het huis – in bed. Zij genoten ervan, maar wij ook!
Wat ik (uit)las:
- Het geheim van Penumbra’s boekwinkel, Robin Sloan: wat een tof boek was op de grens tussen boeken en computers, oude boekenwinkels met stoffige exemplaren en de nieuwste snufjes van Google, met queesten en ontdekkingen, intriges en geheime codes. Een ideaal hapklaar boek voor nerds dus 😉