Schermen is ons gezin binnengeslopen toen we op zoek waren naar een leuke, uitdagende, niet te competitieve sport voor de oudste zoon. Er was al van alles gepasseerd, maar heel wat sporten in clubverband vragen een serieuze inspanning: 2 tot 3 keer trainen per week met in het weekend een wedstrijd is geen uitzondering, zelfs niet op de leeftijd van 6 jaar. Op aanraden van een fijne juf op school wierpen we zodus eens een blik op schermen en dat bleek een schot in de roos, niet alleen voor de oudste zoon, maar ook voor de wederhelft die plotsklaps besloot om voluit mee te gaan. Toen vorig jaar de instapleeftijd in de club verlaagd werd van acht naar zes bleken we ineens vier schermers in de familie te hebben en riep ik veel te grootmoedig dat ik zou meegaan van zodra de kleinste ook een floret zou hanteren. Gevleugelde woorden die me natuurlijk tot op vandaag achtervolgen en werden gebruikt toen het ouder-kind-vriendjes-dag op de schermclub was.
Zoals je misschien weet hebben we in huis iets gelanceerd als een do-date, dus vond ik dat ik mezelf maar moest vermannen en gewoon meegaan, vergezeld door de wederhelft en oudste zoon die zich al volop aan het verkneukelen waren in het gegil ik te berde zou brengen eens ik gespietst zou worden. Je moet namelijk iets weten: ik ben niet sportief. Voila, het is eruit. Ik behoor niet tot de strekking mensen die voor het plezier voetmatig een hogere snelheid halen dan 4 km per uur en plotsklaps 10 kilometer kunnen lopen en er fijntjes bij vermelden dat ‘als zij het kunnen, iedereen het kan’. Nope, toch niet. Ik heb me al meermaals gewaagd aan ‘start to run’ maar de Instagram-foto’s met kilometerstanden zitten er gewoon niet onmiddellijk aan te komen. Eerlijk gezegd snap ik dat ook niet zo goed van mezelf want ik heb wel genoeg doorzettingsvermogen op andere vlakken en ik zou daarnaast ook wel graag wat strakker staan en die onbestaande buikspieren nieuw leven in blazen, maar op sportief gebied bevind ik me gewoon een beetje op een braakliggend terrein. Nochtans heb ik er vaak wel goede moed in: er is altijd wel een nieuwe sport met bijpassende kledij en een 10-beurten-kaart maar elke keer opnieuw is het heel moeilijk om die laatste beurten te verzilveren. Vroeger zei ik weleens dat dat kwam door tijdsgebrek, maar eigenlijk is dat zever, want tijd is prioriteit en sporten krijgt gewoon geen vlaggetje in mijn agenda, zo simpel is het.
In elk geval trok ik dus een paar weken geleden met bang hartje een schermvest en masker over mijn hoofd, maar kon ik na de training alleen maar begrijpen waarom de wederhelft zo fan is (en helemaal in overdrive gaat als het aankomt op tornooien en medailles en stiekem koesterende grote ambities) want ik heb me gewoon super goed geamuseerd. Naast het hele verkleedgebeuren (weliswaar liever niet meer met een geleende clubvest die de geur draagt van een bus puffende en zwetende pubers) en het ridder-gevoel is het gewoon een hele complete sport die zowel erg fysiek is (ik heb een pak harder afgezien tijdens de schermtraining dan op mijn loopschoenen met Evy in mijn oor), technisch en enorm tactisch. Het is de combinatie van die drie die het gewoon zo plezant maakt en mij een geweldige do-date bezorgde. Of ik echt ga meegaan van zodra de kleinste zich inschrijft, weet ik niet, want je kan je agenda nu eenmaal niet volproppen 😊 maar op de volgende vriendjes dag zien ze me misschien weleens terug!
PS: de foto’s werden getrokken tijdens het vorige steaktornooi (haha) en ik moet toegeven dat het best stoer zou zijn als we daar ooit allemaal in witte strakke broek zouden staan (gelukkig bestaan er tweedehandsbeurzen voor schermers!) maar ach, dit plaatje is zo ook al geweldig genoeg ❤️.